Omschrijving
De film begint de eerste 3 minuten met een zwart beeld met alleen muziek. Dan vervolgt de film met het eerste van vier hoofdstukken ‘The Dawn of Man’, waarin we ruim 4 miljoen jaar terug gaan in de tijd. Dit hoofdstuk start met de openingsmuziek van ‘Also sprach Zarathustra’ van Richard Strauss. We zien een troep apen die opeens worden geconfronteerd met een zwarte monoliet. Als de dieren dit voorwerp aanraken, is er een vorm van agressie te zien. Met een bot slaan ze een soortgenoot dood. Een van de apen gooit het bot in de lucht, dit bot verandert heel knap in een ruimteschip, waarmee een overgang wordt gemaakt naar het tweede hoofdstuk. Dit hoofdstuk wordt begeleid door de walsmuziek van ‘An die schöne blaue Donau’ van Johan Strauss. Het is nu 1999, wetenschappers onder leiding van dr. Heywood R. Floyd (William Sylvester) reizen naar de maan, station Clavius, alwaar een monoliet is uitgegraven. Als zij het voorwerp bestuderen horen zij een luide hoge toon, het blijkt een signaal naar Jupiter te zijn.Dan maken we de overstap naar hoofdstuk 3 ‘Jupiter Mission’. Het is 18 maanden later, het jaar 2001. We zijn aan boord van een groot ruimteschip ‘The Discovery’ dat op weg is naar Jupiter. De bemanning bestaat uit 6 personen. 3 personen zijn in een soort diepe slaap, genaamd ‘hibernation’, 2 personen, dr. David Bowman (Keir Dullea) en dr. Frank Poole (Gary Lockwood) besturen het ruimteschip. De zesde persoon is eigenlijk geen persoon, maar is HAL, een bijzondere en zeer geavanceerde computer (met de zalvende stem van Douglas Rain). Tijdens de reis wordt door HAL een fout ontdekt in één van de circuits. Bij inspectie blijkt niks aan de hand te zijn. Er ontstaat twijfel over de betrouwbaarheid van HAL. Vervolgens doodt HAL bijna alle mensen, maar Bowman lukt het HAL uit te schakelen. Bowman zet de reis naar Jupiter alleen voort.In het vierde hoofdstuk zijn we op Jupiter, Bowman ontdekt daar het gigantische monoliet. Hij ziet deze monoliet als een deur naar …. Hier ontdekt Bowman de onbekende wereld van de ruimte en is misschien op weg naar onsterfelijkheid.Over deze film ‘2001: A Space Odyssey’ is ontzettend veel geschreven en gesproken. Steven Spielberg zei eens dat dit geen science fiction, maar ‘science eventuality’ is. Een visie op een toekomstige wereld geschreven door Kubrick zelf en de Brits science fiction schrijver Arthur C. Clarke en gerealiseerd met hulp van voormalig NASA-ingenieurs Harry Lang en Frederik Ordway.Het bijzonder knappe van deze film is dan ook dat de belangrijkste invulling / interpretatie van de toekomstige wereld van de kijker zelf wordt gevraagd. Kubrick toont ons de ruimte als een plek van totale eenzaamheid. Heel subtiel heeft bijna alles in de film een diepere betekenis. Voorbeeld, de mensen in de film komen over als emotieloze personen die zich bezig houden met heel onbenullige zaken en heel oppervlakkig met elkaar communiceren. De computer HAL toont juist emoties en een echte belangstelling in de ander. En zo zit de film vol met symboliek en het is juist de afwezigheid van dialoog die ons dwingt hier zelf invulling aan te geven.In een tijd waarin science fiction films de toekomst altijd weergaven in de vorm van boosaardige aliens en een verdorven wereld, was de invulling van Kubrick op z’n zachtst gezegd revolutionair. Al bij de première in 1968 leidde dit tot afwijzende reacties van de critici. Bij deze officiële première liepen dan ook 241 mensen (Kubrick heeft zelf geteld) weg, waaronder de boze acteur Rock Hudson die riep "Will someone tell me what the hell this is about?" (kan iemand mij vertellen waar dit in godsnaam over gaat?). Maar het publiek oordeelde anders, die begreep direct dat de film niet bedoeld was om intellectueel te begrijpen, maar om te ondergaan, om te voelen.