3. Koeling: de ijsblokjesvormen komen automatisch in een gekoelde omgeving terecht. Deze omgeving is kouder dan het vriespunt, maar niet koud genoeg om het water onmiddellijk te bevriezen. Hierdoor koelt het water geleidelijk af.
4. Bevriezing: terwijl het water afkoelt, begint het geleidelijk te bevriezen, laag voor laag, totdat de ijsblokjes volledig gevormd zijn.
5. Loslaten van ijsblokjes: nadat de ijsblokjes volledig zijn bevroren, duwt een mechanisme de ijsblokjes voorzichtig uit de vormen. Dit gebeurt door de vormen kort op te warmen of door ze te draaien, afhankelijk van het ontwerp van de ijsblokjesmachine.
6. Opslag: de ijsblokjes verzamelen zich in een speciale bak of opslagruimte binnen de ijsblokjesmachine totdat ze klaar zijn voor gebruik.
7. Herhaal proces: zodra je de ijsblokjes gebruikt, begint het proces opnieuw.